Wet 229/2005: bepalingen over compensatie voor personen die zijn beschadigd door onomkeerbare complicaties als gevolg van verplichte vaccinaties

Wet 229/2005: bepalingen over compensatie voor personen die zijn beschadigd door onomkeerbare complicaties als gevolg van verplichte vaccinaties

Gepubliceerd in het staatsblad nr. 258 van 5 november 2005

Art 1
1. Op de onderwerpen bedoeld in artikel 1, lid 1, van de wet van 25 februari 1992, n. 210, wordt erkend, met betrekking tot de categorie die al aan hen is toegewezen door de bevoegde medisch-ziekenhuiscommissie, bedoeld in artikel 165 van de geconsolideerde tekst waarnaar wordt verwezen in het besluit van de president van de republiek 29 december 1973, n. 1092, verdere compensatie. Deze verdere vergoeding bestaat uit een maandelijkse levensvergoeding, gelijk aan zesmaal het bedrag dat de benadeelde partij ontvangt op grond van artikel 2 van de wet van 25 februari 1992, n. 210, voor de categorieën van eerste tot en met vierde van tabel A gehecht aan de geconsolideerde tekst waarnaar wordt verwezen in het decreet van de president van de Republiek 23 december 1978, n. 915 en daaropvolgende wijzigingen, vijf keer voor de vijfde en zesde categorie, en vier keer voor de zevende en achtste categorie. De helft ervan wordt betaald aan de benadeelde partij en de andere helft aan de familieleden die de benadeelde partij op een gangbare en continue manier verlenen of hebben geholpen. Als de benadeelde minderjarig is of niet kan begrijpen en een vergoeding wil, worden de in de vorige periode genoemde gezamenlijke familieleden volledig betaald. Het recht op schadevergoeding voor geldelijke en niet-geldelijke schade die voortvloeit uit een illegale handeling blijft onaangetast.
2. In het geval van overlijden van de in lid 1 bedoelde familieleden, wordt de schadevergoeding betaald aan de benadeelde partij en, indien minder of niet in staat om te begrijpen en te willen, aan de samenwonende familieleden die op een heersende en ononderbroken manier bijstand verlenen, gedurende de gehele bestaansperiode leven van de gewonden.
3. Indien na de verplichte vaccinatie het overlijden plaatsvond na de datum van inwerkingtreding van deze wet, kan de begunstigde kiezen tussen de extra vergoeding als bedoeld in lid 1 en een cheque eenmalig gelijk aan 150.000 euro, te betalen in vijf jaarlijkse termijnen van elk 30.000 euro. Voor de toepassing van deze wet worden de volgende personen ten laste geacht in volgorde: de echtgenoot, kinderen, ouders, broers en zussen, volwassen broers en zussen die niet kunnen werken.
4. Het volledige bedrag van de vergoeding, vastgesteld op grond van dit artikel, wordt jaarlijks geherwaardeerd op basis van de variatie van de ISTAT-indexen.


Art 2
1. Bij besluit van de minister van Volksgezondheid, uit te geven binnen zestig dagen na de datum van inwerkingtreding van deze wet, een commissie voor het bepalen van de bedragen die moeten worden betaald op grond van de artikelen 1 en 4.
2. Voor de oprichting en werking van de in lid 1 bedoelde commissie worden de financiële, personele en instrumentele middelen gebruikt die onder de huidige wetgeving beschikbaar zijn. Deelname aan de commissieactiviteit geeft geen aanleiding tot enige betaling of vergoeding van onkosten.


Art 3
1. Personen die zijn beschadigd door verplichte vaccinaties en die de voordelen genieten als bedoeld in de wet van 25 februari 1992, n. 210, die op grond van dezelfde wet, in elke staat en in elke graad van het vonnis, met inbegrip van de uitvoerende fase, lopende juridische geschillen hebben en van plan zijn toegang te krijgen tot de voordelen van deze wet, moet afzien van de vervolging met een formele handeling.
2. De ontheffingsdocumenten van de belanghebbenden worden toegezonden aan de in artikel 2 bedoelde commissie.


Art 4
1. De personen genoemd in lid 1 van artikel 1 krijgen verder het voordeel van een cheque eenmalig, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de in artikel 2 bedoelde commissie, tot het maximumbedrag van tien jaar van de in hetzelfde lid 1 van artikel 1 bedoelde vergoeding, voor de periode tussen het optreden van het schadelijke voorval en het verkrijgen van de vergoeding zelf. De helft ervan wordt betaald aan de benadeelde partij en de andere helft aan de familieleden die de benadeelde partij op een gangbare en continue manier verlenen of hebben geholpen.
2. Voorgaande jaren worden gedefinieerd met conversietabellen op 50 procent van de periode tussen de datum van het optreden van het schadelijke voorval en de datum van het verkrijgen van de vergoeding.
3. De bedragen, bepaald ingevolge dit artikel, worden uitbetaald in vijf jaarlijkse termijnen, beginnend vanaf het jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van deze wet.


Art 5
1. De kosten die voortvloeien uit de uitvoering van deze wet, met een waarde van 15,2 miljoen euro voor het jaar 2005 en 30 miljoen euro per jaar vanaf het jaar 2006, worden geleverd door middel van een overeenkomstige verlaging van het opgenomen krediet, ten behoeve van Driejarenbegroting 2005-2007, als onderdeel van het huidige deel van de basisvoorspellingseenheid "Speciaal Fonds" van de ramingen van het ministerie van Economie en Financiën voor het jaar 2005, gedeeltelijk met behulp van de bepaling betreffende het ministerie van gezondheid.
2. De minister van Economie en Financiën houdt toezicht op de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van deze wet, ook voor de toepassing van artikel 11-ter, paragraaf 7, van de wet van 5 augustus 1978, n. 468, en de daaropvolgende wijzigingen, en zendt aan de kamers, vergezeld van specifieke rapporten, alle krachtens artikel 7, tweede lid, n. 2), van de bovengenoemde wet nr. 468 van 1978.
3. De minister van Economie en Financiën is bevoegd om de nodige budgetwijzigingen door zijn eigen besluiten aan te brengen.


Downloaden

Corvelva

Publiceer de menumodule naar de positie "offcanvas". Hier kunt u ook andere modules publiceren.
Kom meer te weten.