Wet 119/2017: Omzetting in wet, met wijzigingen, van het wetsdecreet 7 juni 2017, n. 73, met dringende bepalingen over vaccinpreventie

Wet 119/2017: Omzetting in wet, met wijzigingen, van het wetsdecreet 7 juni 2017, n. 73, met dringende bepalingen over vaccinpreventie

Wet 31 juli 2017, n. 119 (in de Staatscourant nr.182 van 5 augustus 2017) - Dringende bepalingen over vaccinatiepreventie, infectieziekten en geschillen met betrekking tot de toediening van geneesmiddelen

waarschuwing: De hier gepubliceerde gecoördineerde tekst is opgesteld door het ministerie van Justitie overeenkomstig artikel 11, lid 1, van de geconsolideerde tekst van de bepalingen inzake de uitvaardiging van wetten, betreffende de uitvaardiging van besluiten van de president van de Republiek en betreffende de officiële publicaties van de Italiaanse Republiek , goedgekeurd bij presidentieel decreet op 28 december 1985, n. 1092, evenals kunst. 10, paragrafen 2 en 3, van dezelfde geconsolideerde tekst, met als enig doel het vergemakkelijken van de lezing van zowel de bepalingen van het wetsdecreet, geïntegreerd met de wijzigingen aangebracht door de omzettingswet, als die welke zijn gewijzigd of waarnaar in het besluit is verwezen, getranscribeerd in de toelichting. De waarde en de effectiviteit van de hier gerapporteerde wetgevingshandelingen blijven ongewijzigd.

Wijzigingen die door de conversiewet zijn aangebracht, worden cursief (en vetgedrukt) weergegeven
In overeenstemming met art. 15, paragraaf 5, van de wet van 23 augustus 1988, n. 400 (Discipline van overheidsactiviteiten en verordeningen van het voorzitterschap van de Raad van Ministers), zijn de wijzigingen die door de omzettingswet zijn aangebracht van kracht vanaf de dag na die van de publicatie ervan.


Kunst. 1 - Vaccin bepalingen
1. Om te zorgen voor de bescherming van de volksgezondheid en de handhaving van adequate epidemiologische veiligheidsvoorwaarden op het gebied van profylaxe en vaccinatiedekking, en om te waarborgen de verwezenlijking van de prioritaire doelstellingen van het nationale vaccinpreventieplan 2017/2019, overeenkomstig de overeenkomst goedgekeurd door de Permanente Conferentie voor de betrekkingen tussen de staat, de regio's en de autonome provincies Trento en Bolzano op 19 januari 2017, gepubliceerd in het Publicatieblad Officier n. 41 van 18 februari 2017, en de naleving van de verplichtingen die op Europees en internationaal niveau zijn aangegaan voor minderjarigen tussen nul en zestien jaar en voor alle niet-begeleide minderjarige vreemdelingen De volgende vaccinaties zijn verplicht en gratis, op basis van de specifieke indicaties van de nationale vaccinatiekalender voor elk geboortecohort:
a) anti-polio;
b) anti-difterie;
c) anti-tetanus;
d) anti-hepatitis B;
e) anti-pertussis;
f) anti-Haemophilus influenzae type b;

1-bis. Voor dezelfde doeleinden als bedoeld in lid XNUMX, voor minderjarigen tussen de nul en zestien jaar en voor alle niet-begeleide buitenlandse minderjarigen, zijn ze ook verplicht en gratis, op basis van de specifieke indicaties van de nationale vaccinatiekalender met betrekking tot elke cohort van geboorte, de volgende vaccinaties:
a) anti-mazelen;
b) anti-rodehond;
c) anti-bof;
d) anti-waterpokken.

1-ter. Op basis van de verificatie van epidemiologische gegevens, van eventuele bijwerkingen die zijn gemeld in uitvoering van de huidige bepalingen van de wet en van de bereikte vaccinatiegraad, alsook van alle bijwerkingen die zijn gemeld in uitvoering van de huidige wettelijke bepalingen, uitgevoerd door de Commissie voor het toezicht op de uitvoering van de decreet van de voorzitter van de ministerraad tot vaststelling en actualisering van de essentiële bijstandsniveaus, vastgesteld bij besluit van de minister van Volksgezondheid van 19 januari 2017, de minister van Volksgezondheid, met een besluit dat moet worden aangenomen na drie jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van de omzettingswet van dit decreet en vervolgens om de drie jaar, na overleg met de Hogere Gezondheidsraad, het Italiaanse Geneesmiddelenbureau (AlFA), het Hoger Instituut voor Gezondheid en de Permanente Conferentie voor de betrekkingen tussen de staat, de regio's en de provincies autonoom van Trento en Bolzano en onder voorbehoud van de mening van de bevoegde Pa Regelgevend, kan de beëindiging van de verplichting voor een of meer van de vaccinaties bedoeld in paragraaf l-bis bevelen. In het geval dat de decretale regelingen niet aan de Kamers zijn voorgelegd, zendt de Minister van Volksgezondheid de Kamers een rapport met de redenen voor de niet-indiening, alsook de epidemiologische gegevens en die over de vaccinatiegraad.

1-kwart. Voor dezelfde doeleinden als bedoeld in paragraaf 1, garanderen de regio's en autonome provincies Trento en Bolzano voor minderjarigen tussen nul en zestien jaar het actieve en gratis aanbod, gebaseerd op de specifieke indicaties van de nationale vaccinatiekalender. ten opzichte van elk geboortecohort, van de volgende vaccinaties:
a) anti-meningokokken B;
b) anti-meningokokken C;
c) anti-pneumokokken;
d) antirotavirus.

1-d. Binnen tien dagen na de datum van inwerkingtreding van de omzettingswet van dit besluit en vervolgens om de zes maanden geeft het ministerie van Volksgezondheid, na raadpleging van het Hoger Instituut voor Gezondheid, operationele aanwijzingen voor de uitvoering van paragraaf l-quater, ook op basis van de verificatie van epidemiologische gegevens en de bereikte vaccinatiegraad, uitgevoerd door de Commissie voor het toezicht op de uitvoering van het besluit van de voorzitter van de Raad van Ministers waarin de essentiële niveaus van bijstand worden bepaald en bijgewerkt, vastgesteld bij besluit van de minister van Volksgezondheid van 19 januari 2017 .

2. De immunisatie na een natuurlijke ziekte, bewezen door de kennisgeving door de behandelend arts, overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de minister van Volksgezondheid van 15 december 1990, gepubliceerd in de Staatscourant nr. 6 van 1 januari 8, of van de resultaten van de serologische analyse, vrijgesteld van de verplichting van de relatieve vaccinatie. Bijgevolg voldoet de geïmmuniseerde persoon aan de in dit artikel bedoelde vaccinatieverplichting, normaal en in elk geval binnen de grenzen van de beschikbaarheid van de National Health Service, met vaccins in één component of gecombineerde formulering waarin het antigeen voor de infectieziekte afwezig is waarvoor immunisatie bestaat.

2-bis. Voor het doel bedoeld in lid 2, zijn de gecentraliseerde inkoopprocedures bedoeld in artikel 9, lid 3, van het wetsdecreet van 24 april 2014, nr. 66, omgezet, met wijzigingen, bij wet 23 juni 2014, n. 89, en artikel 1, paragraaf 548, van de wet van 28 december 2015, n. 208, met betrekking tot de aankoop van verplichte vaccins, hebben ook betrekking op vaccins in één-componentformulering.

2-ter. ALFA publiceert jaarlijks op haar website gegevens met betrekking tot de beschikbaarheid van vaccins in één-component en gedeeltelijk gecombineerde formuleringen.

3. Met uitzondering van het bepaalde in lid 2, mogen de in lid 1 en lid XNUMX-bis bedoelde vaccinaties alleen worden weggelaten of uitgesteld in geval van vastgesteld gezondheidsrisico, in verband met specifieke gedocumenteerde klinische aandoeningen, gecertificeerd door de huisarts of door de vrije keuze kinderarts.

3-bis. De ALFA voorziet, zonder nieuwe of grotere lasten voor de overheidsfinanciën, gebruikmakend van de technisch-wetenschappelijke commissie, voor dit doel geïntegreerd door onafhankelijke deskundigen die zich niet in een belangenconflict bevinden, en in samenwerking met het Hoger Instituut van gezondheid, om een ​​jaarverslag op te stellen en aan het ministerie van volksgezondheid over te leggen over de resultaten van het geneesmiddelenbewakingssysteem en over de gegevens van bijwerkingen waarvoor een verband met vaccinatie is bevestigd. De minister van Volksgezondheid zendt voornoemd rapport aan de kamers.

4. In geval van niet-naleving van de vaccinatieverplichting overeenkomstig In dit artikel worden ouders die ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefenen, voogden of pleegouders opgeroepen door de lokale gezondheidsautoriteit die territoriaal bevoegd is voor een interview om meer informatie over vaccinaties te verstrekken en te vragen dat ze worden uitgevoerd. Ingeval de in de leden 1 en 1 bis bedoelde vaccinaties niet worden uitgevoerd, aan ouders met ouderlijke verantwoordelijkheid, aan voogden of aan de pleegouders op grond van de wet van 4 mei 1983, n. 184 een geldelijke administratieve sanctie van euro wordt opgelegd Cento naar euro vijfhonderd. Ze krijgen niet de sanctie als bedoeld in tweede periode van deze paragraaf ouders die ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefenen, voogden en de pleegpersonen dat zij, na een geschil van de territoriaal bevoegde lokale gezondheidsautoriteit, het kind het vaccin of de eerste dosis van de vaccinatiecyclus bezorgen, op voorwaarde dat de cyclus voltooid is, binnen de in de betwisting aangegeven termijn.
voorzien voor elke verplichte vaccinatie geschiedt met inachtneming van de tijden die in het vaccinatieschema zijn vastgesteld in relatie tot leeftijd. Voor de beoordeling, de betwisting en het opleggen van de administratieve sanctie, de bepalingen vervat in hoofdstuk I, afdelingen I en II, van de wet van 24 november 1981, n. 689, en latere wijzigingen. De bevoegde instanties op basis van de wetgeving van de regio's of de autonome provincies voorzien in de beoordeling, het geschil en de oplegging waarnaar in de vorige periode werd verwezen.

5. (Geschrapt)

6. Het doet echter geen afbreuk aan de goedkeuring door de gezondheidsautoriteit van noodinterventies overeenkomstig artikel 117 van het wetgevingsdecreet op 31 maart 1998, n. 112 en latere wijzigingen.

6-bis. De vaccins die worden vermeld in de nationale vaccinatiekalender zijn onderworpen aan de verplichte onderhandelingen van de ALFA, overeenkomstig artikel 48, paragraaf 33, van het wetsdecreet van 30 september 2003, n. 269, omgezet, met wijzigingen, bij wet 24 november 2003, n. 326.

6-ter. De Commissie voor het toezicht op de uitvoering van het besluit van de president van de Raad van Ministers waarin de essentiële niveaus van bijstand worden vastgelegd en bijgewerkt, vastgesteld bij besluit van de minister van Volksgezondheid van 19 januari 2017, controleert de naleving van de doelstellingen van de nationale vaccinatiekalender en neemt maatregelen van competentie die is ontworpen om te zorgen voor de volledige en uniforme verstrekking van de essentiële niveaus van bijstand voor gevallen van mislukking, vertraging of onjuiste toepassing. In de aanwezigheid van specifieke omstandigheden met een hoog risico voor de volksgezondheid oefent de regering de vervangingsbevoegdheden uit overeenkomstig artikel 120, tweede lid, van de Grondwet en volgens de procedures bedoeld in artikel 8 van de wet van 5 juni 2003, n. 131.


Artikel 2 - Communicatie- en informatie-initiatieven over vaccinaties
Vanaf 2017 juli 7 bevordert het ministerie van Volksgezondheid institutionele communicatie- en informatie-initiatieven om de kennis van de bepalingen van dit besluit te illustreren en te bevorderen, in overeenstemming met de wet van 2000 juni 150, nr. XNUMX, en het bevorderen van vrijwillige en bewuste naleving van de vaccinaties waarin het Nationaal vaccinpreventieplan voorziet, en om de cultuur van vaccinaties onder de bevolking en onder gezondheidswerkers te verspreiden, zonder nieuwe of grotere lasten voor de openbare financiën, die moeten worden uitgevoerd ook met de medewerking van huisartsen, vrije kinderartsen en apothekers van lokale apotheken, na overleg met hun respectieve verordeningen en brancheorganisaties.

1-bis. Voor gezinsadviescentra volgens de wet niet. 29, is belast met de verspreiding van informatie met betrekking tot de bepalingen van dit besluit.

2. Het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Onderwijs, Universiteit en Onderzoek initiëren voor het schooljaar 2017/2018 ook opleidingsinitiatieven voor onderwijzend en onderwijzend personeel en voor het onderwijs van leerlingen en leerlingen, studenten en studenten over gezondheidspreventie en in het bijzonder vaccinaties, ook met de betrokkenheid van ouderverenigingen en brancheorganisaties van gezondheidsberoepen.

3. Voor de in lid 2 genoemde doeleinden zijn de kosten van tweehonderdduizend euro voor het jaar 2017 toegestaan.

4. De administratieve geldboetes bedoeld in artikel 1, vierde lid, worden betaald op een specifiek hoofdstuk van de ontvangsten van de staatsbegroting. Vijftig procent van het aldus verworven bedrag wordt voor de jaren 4 en 2017 opnieuw toegewezen aan elk van de schattingen van het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Onderwijs, Universiteit en Onderzoek, met het oog op bedoeld in lid 2018.


Art.3 - Vereisten voor vaccinatie voor inschrijving in onderwijsdiensten voor kinderen, instellingen van het nationale onderwijssysteem, regionale beroepsopleidingscentra en particuliere niet-peer schools
1.
De schooldirecteuren van de instellingen van het nationale onderwijssysteem en de hoofden van de educatieve diensten voor kinderen, van de regionale beroepsopleidingscentra en van de particuliere niet-gelijke scholen zijn verplicht, bij de inschrijving van de minderjarige tussen nul en zestien en de niet-begeleide minderjarige vreemdeling, om ouders die ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefenen, te vragen aan voogden of naar de pleegpersonen de overlegging van geschikte documentatie waaruit blijkt dat vaccinaties worden uitgevoerd verplicht aangegeven in artikel 1, leden 1 en 1-bis, of de vrijstelling, weglating of uitstel daarvan met betrekking tot de bepalingen van artikel 1, leden 2 en 3, of de indiening van het formele vaccinatie-verzoek aan de lokale gezondheidsautoriteit die territoriaal bevoegd is, die de vaccinaties zal uitvoeren verplicht volgens het vaccinatieschema voorzien in relatie tot de leeftijd, tegen het einde van het schooljaar, o de afsluiting van de jaarlijkse kalender van diensten en cursussen voor kindereducatie voor regionale centra voor beroepsopleiding. De indiening van de in de eerste periode bedoelde documentatie moet binnen de uiterste registratiedatum worden voltooid. De documentatie waaruit blijkt dat vaccinaties worden uitgevoerd, kan worden vervangen door de verklaring afgelegd krachtens het besluit van de president van de Republiek van 28 december 2000, nr. 445; in dit geval moet de documentatie waaruit blijkt dat vaccinaties worden uitgevoerd uiterlijk op 10 juli van elk jaar worden ingediend. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 moet, voor gevallen waarin de registratieprocedure ambtshalve plaatsvindt, de in de eerste zin van dit lid bedoelde documentatie uiterlijk op 10 juli van elk jaar worden ingediend, zonder voorafgaande verklaring. op grond van bovengenoemd besluit van de president van de Republiek nr. 445 van 2000.

2. Indien de in lid 1 bedoelde documentatie niet binnen de gestelde termijnen wordt ingediend, wordt dit binnen tien dagen gemeld door de schoolleiders van de instellingen van het nationale onderwijssysteem en door de managers van de educatieve diensten voor kinderen, van de professionele opleidingscentra. regionale en particuliere niet-peer schools, aan het lokale gezondheidsbedrijf dat, als hetzelfde of een ander gezondheidsbedrijf zichzelf niet al heeft geactiveerd om dezelfde vaccinatieverplichting te overtreden, voorziet in de vervulling van competentie en, indien nodig, aan die bedoeld in artikel 4, lid XNUMX.

3. Voor educatieve diensten voor kinderen en kleuterscholen, inclusief niet-gelijke particuliere, is de presentatie van de in lid 1 bedoelde documentatie een toegangsvereiste. Voor de andere opleidingen en voor regionale centra voor beroepsopleiding, de presentatie van de in lid 1 bedoelde documentatie vormt geen vereiste voor toegang tot de school, het centrum of examens.

3-bis. Binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van de wet van omzetting van dit besluit, leggen school-, gezondheids- en sociaal-gezondheidswerkers een verklaring voor aan scholen en gezondheidsbedrijven waarin zij werkzaam zijn, op grond van het besluit van de president van de Republiek 28 december 2000, nr. 445, waaruit uw vaccinatiesituatie blijkt.


Artikel 3-bis - Vereenvoudigingsmaatregelen voor vaccinatie-eisen voor inschrijving bij de instellingen van het nationale onderwijssysteem, onderwijsinstellingen voor kinderopvang, regionale centra voor beroepsopleiding en particuliere niet-gelijkwaardige scholen, vanaf het jaar 2019
1. Beginnend vanaf het schooljaar 2019/2020 en vanaf het begin van de kalender van diensten en cursussen voor kindereducatie voor de regionale professionele opleidingscentra 2019/2020, schoolmanagers van de instellingen van het nationale onderwijssysteem en de hoofden van de educatieve diensten voor kinderen, de regionale beroepsopleidingscentra en de particuliere niet-gelijkwaardige scholen moeten de lijst van ingeschreven studenten voor het schooljaar verzenden of de daaropvolgende kalender tussen nul en zestien jaar en niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.

2. De territoriaal competente lokale gezondheidsbedrijven zullen uiterlijk op 10 juni de in lid 1 bedoelde lijsten terugsturen en deze aanvullen met de vermelding van de personen die niet voldoen aan de vaccinatieverplichtingen, die niet onder de voorwaarden voor vrijstelling vallen, weglating of uitstel van vaccinaties met betrekking tot de bepalingen van artikel 1, leden 2 en 3, en die geen formeel vaccinatieverzoek hebben ingediend bij de bevoegde lokale gezondheidsmaatschappij.

3. Binnen tien dagen na het verkrijgen van de lijsten bedoeld in lid 2, nodigen de managers van de instellingen van het nationale onderwijssysteem en de hoofden van de educatieve diensten voor kinderen, van de regionale centra voor beroepsopleiding en van de niet-peer-private scholen de ouders die het ouderlijk gezag uitoefenen, voogden of verzorgers van minderjarigen die op de bovengenoemde lijsten worden vermeld, dienen uiterlijk op 10 juli de documentatie te deponeren die de vaccinaties of de vrijstelling, weglating of opschorting ervan aantoont, in verband met aan de bepalingen van artikel 1, leden 2 en 3, of de indiening van het formele verzoek om vaccinatie bij de plaatselijke gezondheidsautoriteit met territoriale bevoegdheid.

4. Uiterlijk op 20 juli verstrekken de schoolleiders van de instellingen van het nationale onderwijssysteem en de hoofden van de educatieve diensten voor kinderen, van de regionale beroepsopleidingscentra en van de particuliere niet-gelijkwaardige scholen de ontvangen documentatie als bedoeld in lid 3, of een niet-depot meedelen aan het lokale gezondheidsbedrijf dat, als hetzelfde of een ander gezondheidsbedrijf zich niet al heeft geactiveerd om dezelfde vaccinatieverplichting te schenden, de competenties zal vervullen en, indien aan de voorwaarden is voldaan, Artikel 1, lid 4.

5. Voor educatieve diensten voor kinderen en kleuterscholen, met inbegrip van niet-gelijkwaardige particuliere, leidt het niet indienen van de in lid 3 bedoelde documentatie binnen de gestelde voorwaarden tot verlies van inschrijving. Voor de andere onderwijsniveaus en voor de regionale beroepsopleidingscentra leidt het niet indienen van de in lid 3 bedoelde documentatie binnen de gestelde termijnen niet tot het verlies van inschrijving of verhindert deelname aan de examens.


Artikel 4 - Verdere vervulling van school- en onderwijsinstellingen
1. Minderjarigen die vallen onder de voorwaarden bedoeld in artikel 1, lid 3, worden normaal gesproken opgenomen in klassen waarin alleen gevaccineerde of geïmmuniseerde minderjarigen voorkomen, onverminderd het aantal klassen dat wordt bepaald volgens de geldende bepalingen en waarvan de limieten artikel 1, lid 201 van de wet van 13 juli 2015, nr. 107, en artikel 19, lid 7, van het wetsdecreet 6 juli 2011, n. 98, omgezet, met wijzigingen, bij wet 15 juli 2011, n. 111. 2. De schoolleiders van de instellingen van het nationale onderwijssysteem en de hoofden van de regionale beroepsopleidingscentra en particuliere niet-gelijke scholen delen uiterlijk op 31 oktober van elk jaar aan de plaatselijke gezondheidsinstelling mee in welke klassen zij het meest aanwezig zijn van twee mineur niet gevaccineerd.


Art. 4-bis - Nationaal vaccinregister
1. Om de uitvoering van vaccinatieprogramma's op het nationale grondgebied te volgen, bij besluit van de minister van Volksgezondheid, in overeenstemming met de Permanente Conferentie voor de betrekkingen tussen de staat, de regio's en de autonome provincies Trento en Bolzano, wordt het opgericht bij het ministerie van Volksgezondheid, ook door het hergebruik van computersystemen of een deel daarvan die al zijn gemaakt door andere gezondheidsdiensten, het nationale vaccinregister, waarin gevaccineerde personen worden geregistreerd en moeten worden gevaccineerd, de in de 'artikel 1, leden 2 en 3, van dit besluit, alsmede de doses en tijdstippen van toediening van de uitgevoerde vaccinaties en eventuele ongewenste effecten.

2. Het in lid 1 bedoelde nationale vaccinatieregister verzamelt de gegevens van de bestaande regionale registers, de gegevens met betrekking tot de kennisgevingen door de behandelend arts, overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de minister van Volksgezondheid van 15 december 1990, gepubliceerd in de Staatscourant. Officier n. 6 van 8 januari 1991, evenals de gegevens betreffende eventuele ongewenste effecten van de vaccinaties die in het nationale geneesmiddelenbewakingsnetwerk terechtkomen, bedoeld in het decreet van de minister van Volksgezondheid van 30 april 2015, gepubliceerd in het Publicatieblad n. 143 van 23 juni 2015, ter uitvoering van artikel 1, paragraaf 344, van de wet 24 december 2012, n. 228.

3. De kosten die voortvloeien uit dit artikel, gekwantificeerd als 300.000 euro voor het jaar 2018 en 10.000 euro vanaf het jaar 2019, worden voorzien door middel van een overeenkomstige vermindering van de autorisatie voor uitgaven als bedoeld in artikel 1, lid 1, letter a) , van het wetsdecreet 29 maart 2004, n. 81, omgezet, met wijzigingen, bij wet 26 mei 2004, n. 138.

4. Onverminderd het bepaalde in lid 3 zorgt het ministerie van Volksgezondheid voor de in dit artikel bedoelde activiteiten met de middelen die beschikbaar zijn krachtens de huidige wetgeving.


Art. 4-ter - Crisis-eenheid
1. Voor het bereiken van de doelstellingen van preventie en beheersing van noodsituaties op het gebied van gezondheid op het gebied van infectieziekten, binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van de wet van omzetting van dit besluit, heeft de minister van Volksgezondheid met zijn eigen besluit, zonder nieuw of belangrijk kosten voor de overheidsfinanciën, integreert de doelstellingen en samenstelling van de Permanente Crisis-eenheid waarnaar wordt verwezen in het besluit van dezelfde minister van 27 maart 2015 om ze functioneel te maken voor de coördinatiebehoeften tussen alle institutionele onderwerpen die bevoegd zijn op het gebied van ziektepreventie besmettelijk evenals aanwijzingen met betrekking tot de acties die moeten worden ondernomen in omstandigheden van risico of alarm. Deelname aan de Crisis-eenheid is gratis en de leden ontvangen geen tokens, vergoedingen of andere emolumenten, hoe dan ook.


Artikel 5 - Overgangsbepalingen en finales
1. Voor het schooljaar 2017/2018 en voor de kalender van diensten en cursussen voor kindereducatie voor de regionale professionele opleidingscentra 2017/2018moet de documentatie als bedoeld in artikel 3, lid 1, uiterlijk op 10 september 2017 worden ingediend bij educatieve diensten en kleuterscholen, met inbegrip van ongelijke particuliere, en uiterlijk op 31 oktober 2017 bij de instellingen van het nationale onderwijssysteem en regionale centra voor beroepsopleiding. De documentatie waaruit de uitvoering van verplichte vaccinaties blijkt, kan worden vervangen door de verklaring afgelegd krachtens het besluit van de president van de Republiek van 28 december 2000, n. 445; in dit geval moet de documentatie waaruit blijkt dat de verplichte vaccinaties zijn uitgevoerd, uiterlijk op 10 maart 2018 zijn ingediend.

1-bis. Om de vaccinatievereisten van dit besluit te vergemakkelijken, kunnen de regio's en de autonome provincies Trento en Bolzano bepalen dat de in artikel 1 bedoelde vaccinaties gratis kunnen worden geboekt, zonder nieuwe of grotere lasten voor de overheidsfinanciën. bij aangesloten apotheken die voor het publiek toegankelijk zijn via het Unified Reservation Center (CUP-systeem) overeenkomstig het wetsbesluit 3 oktober 2009, n. 153, en bij het uitvoeringsbesluit van de minister van Volksgezondheid 8 juli 2011, gepubliceerd in de Staatscourant nr. 229 van 1 oktober 2011, evenals in het kader van de doeleinden bedoeld in artikel 11 van de wet van 18 juni 2009, nr. 69.


Artikel 5-bis - Geschillen over de erkenning van vaccinatieschade en de toediening van geneesmiddelen
1. In procedures met betrekking tot geschillen betreffende aanvragen voor de erkenning van vaccinatievergoeding overeenkomstig Wet nr. 25, en voor elk ander geschil dat gericht is op het erkennen van de schade door vaccinatie, evenals in procedures met betrekking tot geschillen betreffende aanvragen voor autorisatie van de toediening van vermeende geneesmiddelen die niet zijn onderworpen aan experimenten, althans in fase 1992 en economisch in rekening worden gebracht bij de Gezondheidsdienst nationale of volksgezondheidsorganen of -structuren, de ALFA is vereist.

2. De bepalingen van dit artikel worden uitsluitend toegepast in de in eerste aanleg gewezen arresten vanaf de dertigste dag na die van de bekendmaking van de wet tot omzetting van dit besluit in het Publicatieblad. 3. Uit de bepalingen waarnaar in dit artikel wordt verwezen, mogen geen nieuwe of hogere kosten voor openbare financiën ontstaan.


Artikel 5-ter - Definitie van verfrissingsprocedures voor personen die zijn beschadigd door transfusie of door geïnfecteerde bloedproducten of door verplichte vaccinaties
1. Om de procedures vast te stellen die gericht zijn op het opfrissen van personen die zijn beschadigd door transfusies met besmet bloed, door toediening van geïnfecteerde bloedproducten of door verplichte vaccinaties, het ministerie van Volksgezondheid, voor de behoeften van het directoraat-generaal voor toezicht op instellingen en de veiligheid van de zorg , is gemachtigd om gebruik te maken van een contingent van maximaal twintig eenheden van personeel behorende tot gebied III van het compartiment van de ministeries in commandopositie overeenkomstig artikel 17, paragraaf 14, van wet nr. 15, voornamelijk te identificeren bij personen met een juridisch-administratieve en economisch boekhoudkundige professionaliteit.

2. De uitvoering van lid 1, binnen de maximale limiet van € 359.000 voor het jaar 2017 en € 1.076.000 voor het jaar 2018, wordt uitgevoerd door middel van een overeenkomstige verlaging van de in artikel 2, lid, bedoelde uitgavenvergunning. 361, van de wet 24 december 2007, n. 244. De minister van Economie en Financiën is gemachtigd de nodige wijzigingen in de begroting aan te brengen door zijn eigen besluiten.


Art. 5 quater - Compensatie ten gunste van personen die zijn beschadigd door onomkeerbare complicaties door vaccinaties
1. De bepalingen van wet nr. 25, van toepassing op alle personen die, als gevolg van de in artikel 1992 vermelde vaccinaties, verwondingen of gebreken hebben geleden waaraan een blijvende aantasting van de psychofysische integriteit is ontleend.


Art. 6 - Intrekkingen
1. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden de volgende ingetrokken:
a) Artikel 47 van het besluit van de president van de republiek 22 december 1967, n. 1518 en latere wijzigingen;
b) het tweede lid van artikel 3 van Wet nr. 4;

6-bis) het tweede lid van artikel 3 van Wet nr. 20;
c) artikel 7, lid 2, van de wet van 27 mei 1991, nr. 165.


Artikel 7 - Financiële bepalingen
1.
De kosten die voortvloeien uit artikel 2, lid 3, gelijk aan tweehonderdduizend euro voor het jaar 2017, worden voorzien door middel van een overeenkomstige vermindering van de machtiging voor uitgaven overeenkomstig artikel 18 van de wet van 1997 december 440, n. XNUMX.

2. Vanaf de uitvoering van dit besluit, met uitzondering van het bepaalde in artikel 2, derde lid, mogen er geen nieuwe of grotere lasten voor de overheidsfinanciën zijn.

3. De minister van Economie en Financiën is gemachtigd de nodige wijzigingen in de begroting aan te brengen door zijn eigen besluiten.


Art. 7-bis - Vrijwaringsclausule
1. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing in de regio's met een bijzonder statuut en in de autonome provincies Trento en Bolzano die compatibel zijn met de respectieve statuten en de relatieve uitvoeringsregels, ook met betrekking tot de grondwettelijke wet 18 oktober 2001, n. 3.


Art. 8 - Inwerkingtreding
1.
Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Staatsblad van de Italiaanse Republiek en zal ter omzetting worden voorgelegd aan de kamers.


Bron: http://www.gazzettaufficiale.it/eli/id/2017/08/5/17G00132/sg

Downloaden

Corvelva

Publiceer de menumodule naar de positie "offcanvas". Hier kunt u ook andere modules publiceren.
Kom meer te weten.